‘Even op adem mogen komen’

Het kan iedereen overkomen, die onrust, chaos in je hoofd, de angst, het heel erg alleen zijn. Een vechtscheiding, een verkeerde keuze, soms gewoon toeval en ineens die spiraal naar beneden, waar hoop vervliegt en eenzaamheid op de loer ligt.

Even op adem mogen komen, de kans bieden voor een ontlading , dat is de kern van een inloophuis. Gewoon mogen zijn, zoals soms je huiskamer kan voelen als je familie er is. De overheid kan dat thuisgevoel niet bieden, maar hier zijn mensen die gewoon naast je gaan staan zonder dat je meteen moet intekenen voor een ‘traject’. Paul van Hattem, voorzitter van Netwerk DAK, de koepel van inloophuizen, buurtpastoraat en straatpastoraat, weet hoe belangrijk het ‘niets moeten’ is.

Aandacht

In zijn dagelijks werk als manager bij de GGD in Dordrecht ziet hij de afstand groeien tussen mensen die wel en die niet mee kunnen met het tempo en de regels van onze samenleving. “Er is de harde systeemwereld en er is de soms onzekere, eenzame mens. De overheid kan dat niet oplossen. En het gaat niet over zieligheid. Leven gaat over veerkracht en de verbinding met elkaar. Dan kun je de wereld aan. En helaas ben je dat soms kwijt. Dat kan jou en mij ook overkomen.” Ieder mens heeft aandacht nodig en wil ergens bij horen. “Wij zijn sociale wezens. Met echte aandacht, zoals in inloophuizen, geef je een ander hoop en zo ontstaat er misschien een nieuw perspectief.”

Mini-gemeenschappen

Paul is opgegroeid in een katholiek gezin, waar naastenliefde, iets doen voor een ander een belangrijke waarde was. Dat brengt hij nu ook over op zijn kinderen, vooral ook door het voor te leven. “Iedereen moet de rol pakken, die bij hem past. Ik wil met het DAK-bestuur een stem geven aan deze groep en aandacht vragen voor het werk dat in inloophuizen gebeurt.” Inloophuizen zijn niet alleen huiskamers voor mensen die zich alleen voelen. Je ontmoet er ook lotgenoten en soms ontstaan er mini-gemeenschappen. Je wordt ergens gemist als je een weekje niet komt.”

Ondersteunen

“Het gaat over verbinden. Dat is hét thema van onze tijd. Het initiatief voor een inloophuis komt vaak uit mensen zelf, vrijwilligers die zien dat er nood en eenzaamheid in hun omgeving is. Die eigen kracht van mensen moeten we blijven koesteren. Het huis moet klein blijven en persoonlijk. Als bestuurslid probeer ik deze kleine en grote initiatieven te ondersteunen, hun belangen staan voorop. Veel vrijwilligers vinden het bijvoorbeeld heel prettig om ervaringen met anderen uit te wisselen. Dan proberen we inloophuizen bij elkaar te brengen of met advies en trainingen te ondersteunen. Dat is onze rol.”

“Weet je, eigenlijk draait ons werk om geloof, hoop en liefde. Het klinkt oubollig, maar het zit bij ons wel in een heel nieuw jasje!”