Ruimte voor verbinding en gemeenschap

Gemeenschappen zijn er in allerlei vormen en maten. Er zijn gemeenschappen in steden, dorpen, straten. Gemeenschappen rondom een inloophuis of straatpastoraat. Religieuze gemeenschappen, lokaal en grensoverschrijdend. In coronatijd ook steeds vaker online gemeenschappen.

Op donderdagochtend 28 januari 2021 waren wij voor even zo’n gemeenschap. Meer dan 60 deelnemers, werkzaam of betrokken bij inloophuizen, buurtpastoraat en straatpastoraat ontmoetten elkaar via Zoom om samen te reflecteren op het thema ‘Presentie, community, communitas,’ gemeenschapsvorming in en rond inloophuizen, buurtpastoraat en straatpastoraat.

Een eigen plek

Aan het begin van de studieochtend reflecteerden Derk Stegeman, directeur bij Stek Den Haag en buurtpastor Titus Schlatmann vanuit hun eigen invalshoek op ‘community’. Titus Schlatmann reflecteert op de rol van de professional bij het tot stand komen van community van buurtbewoners. Als buurtpastor in de Utrechtse wijk Kanaleneiland komt hij dagelijks in contact met gemeenschappen. Overal waar hij werkt, vertelt Titus, ziet hij verborgen verbanden. Buren die elkaar helpen, mensen die voor elkaar opkomen. “Er is al zoveel in de wijk. Hoe kan ik daarbij aansluiten,” vraagt hij zich af. “Hoe geven wij ruimte aan de verbinding met en tussen de bestaande gemeenschappen tussen mensen?”.

Titus vertelt over een initiatief bij hem in de wijk, waar langzaamaan een nieuwe gemeenschap wordt gecreëerd. Een garagebox wordt omgebouwd tot weggeefwinkel. Na sluitingstijd komen de betrokken vrijwilligers, een enthousiaste groep vrouwen, samen om te overleggen, te bespreken hoe het ging, afspraken en huisregels maken. Titus is bij deze bijeenkomsten aanwezig. “Deze vrijwilligers hadden elkaar niet gekozen,” vertelt hij, “maar dragen wel samen de verantwoordelijkheid over de weggeefwinkel. Het eigenaarschap. Op een bepaalde manier zijn ze samen al een community.” Hij merkt op hoe waardevol het is, wanneer mensen een eigen plek krijgen.

De gemeenschap rondom de weggeefwinkel roept bij Titus reflecties en vragen op. “Op welke manier kan ik als buurtpastor deze dames ondersteunen? Hoe draag ik bij aan hun groepsproces? Hoe voorkom ik dat ik te weinig of te veel de leiding neem?” Van de situatie heeft hij geleerd hoe belangrijk het is om te reflecteren op je werk als straatpastor in een gemeenschap. “Het meedoen aan presentie in community is ontzettend leuk,” concludeert Titus. “Het gebeurt te weinig. Deel samen eigenaarschap in de gemeenschap. Schrijf ervaringsverhalen op, deel de ervaringen met collega’s. Het vergroot je deskundigheid en je werkplezier.”

Het gezicht van de vreemdeling

Derk Stegeman staat stil bij de gemeenschap die ontstond rondom het kerkasiel eind 2018 in de Bethelkapel. Tijdens het kerkasiel bood de Protestantse Gemeente in Den Haag voor meer dan drie maanden onderdak aan het Armeense gezin Tamrazyan, dat negen jaar in Nederland woont en met uitzetting werd bedreigd, door middel van een doorlopende kerkdienst. Voor veel betrokkenen een impactvolle gebeurtenis. Derk staat stil bij de vraag: “Hoort een geloofsgemeenschap niet altijd een plek te zijn waar ruimte wordt geboden om op adem te komen, waar iedereen veilig is, ook armen, weduwen, vluchtelingen?”

Derk vraagt aan de deelnemers welk beeld zij hebben, bij het vieren van gemeenschap in situaties van nood en onrecht. Hoop, samenzijn, verbinding, gebed, kracht, solidariteit en bescherming. Dit zijn enkele van de antwoorden die worden gegeven. “Waarden die eigenlijk altijd aanwezig zouden moeten zijn in de kerk,” vindt hij.

Hoe kunnen we de radicale gastvrijheid die mensen tijdens het kerkasiel ervaarden, vasthouden? Tijdens het kerkasiel, concludeert Derk, was er sprake van een gemeenschap die grenzen overschrijdt. “We waren een kerk die de kring open houdt, die grenzen overschrijdt omdat ze het gelaat van de Messias ziet oplichten in het gezicht van de ontheemde, de vluchteling en de vreemdeling.”

Verbondenheid

Tot slot verbindt Thijs Tromp, bijzonder hoogleraar diaconaat aan de Protestantse Theologische Universiteit, de twee bijdragen. Wat zijn de overeenkomsten tussen de buurtgroep waar Titus Schlatmann over spreekt en de diaconale gemeenschap in het verhaal van Derk Stegeman?

Thijs Tromp benadrukt dat hoewel de context verschillend is, in beide verhalen de waarde van gemeenschap naar voren komt. Wat bedoelen we precies, wanneer we het hebben om een gemeenschap? Het unieke aan gemeenschappen rondom inloophuizen en straatpastoraat, maar ook van diaconale gemeenschappen, is dat verbondenheid centraal staat. “Verbondenheid is,” vertelt Thijs, “de voorwaarde voor gelijkwaardige relaties. Verbondenheid vormt de basis voor solidariteit.  Voor solidariteit met mensen in de marge, mensen in de knel. Om naast hen te staan en samen op te lopen.”

Naast mensen in de marge staan betekent ook een grensoverschrijding. “Wij zijn er niet om mensen te helpen, maar om hen in hun eigen wereld op te zoeken en om mee te verlangen naar verbetering. Dit brengt in de marge een beweging op gang,” concludeert Thijs. “Het perspectief van mensen in kwetsbare sociale posities is leidend, van hen leer je waar diaconaat over gaat.”

De studieochtend ‘Presentie, community, communitas’ werd georganiseerd door Netwerk DAK en Trainingscentrum Kor Schippers.

gepubliceerd: 9 februari 2021