Pauline Eggink stelt zich voor: ‘Ik hoop dat we elkaar met gemak blijven opzoeken’

“Ik wil graag bijdragen om het contact tussen organisaties te versterken. Zodat je voelt dat je collega’s niet alleen in je ‘eigen’ organisatie zitten, maar in het hele netwerk.” Vanuit die overtuiging gaat onze nieuwe collega Pauline Eggink, projectleider Leren en Innovatie, aan de slag. Met haar achtergrond en haar ervaring in het veld, weet ze hoe waardevol het is om kennis te delen.

Wat is je achtergrond in het netwerk?

“Ik heb jarenlange ervaring bij organisaties in het veld, onder andere bij Stek in Den Haag waar ik projectleider was bij een maatjesproject voor mensen met schulden maar ook bij Stichting De Harde Leerschool waar ik met mensen werkte die vastliepen in hun leven. Later werkte ik bij  Kansfonds als programma adviseur, onder meer voor Fonds Franciscus en Dakloosheid Voorbij!. Wat me bij Kansfonds aansprak was de houding: niet alleen pleisters plakken, maar ook het systeem veranderen. Want al jarenlang voelde ik soms frustratie: ‘We moeten het anders doen!’ Mensen die in een kwetsbare situatie zitten, komen vaak door het systeem nog zo veel meer in de knel. Dat vind ik onrechtvaardig.”

Wat neem je mee naar Netwerk DAK?

“Door mijn ervaring ken ik een deel van het netwerk en de mensen die erin werken. Ik weet hoe complex de vragen zijn waar mensen mee zitten. Naast mijn achtergrond als religiewetenschapper, heb ik de afgelopen jaren de opleiding tot psychosociaal therapeut afgerond. Ik heb geleerd om ook de onderstroom te duiden van wat er gebeurt. Ik vind het ontzettend interessant om mijn oor te luister te leggen bij mensen. Om enerzijds te luisteren, er te zijn. Maar om ook te kijken: waar zit het nou vast, hoe kunnen we de situatie samen een beetje ontwarren. Ik vind het bijzonder als ik het vertrouwen van mensen krijg om mee te kijken, mee te voelen, en soms ook mee te denken.”

Waar ga je de komende tijd mee aan de slag?

“De kennis die in het netwerk aanwezig is hoop ik op te halen en op een verbindende manier te delen. Daarmee hoop ik dat lokale organisaties zich gesteund voelen. Als er op een plek iets is bedacht en daarmee is geëxperimenteerd, dan is het ontzettend waardevol als die kennis ergens anders ook weer gebruikt kan worden.

De afgelopen tijd is er een beweging in gang gezet om het onderlinge contact tussen organisaties te versterken. Daar wil ik graag aan bijdragen. Ik hoop dat er een bepaalde mate van gemak komt om elkaar op te zoeken. Dat je echt het gevoel hebt dat je collega’s niet alleen in je ‘eigen’ organisatie zitten, maar in het hele netwerk. Bijvoorbeeld doordat iemand zegt: we hebben dit proces al eens doorgemaakt, kom eens bij ons kijken.”

Wat is een ontwikkeling die je opvalt in het netwerk?

“Het werk dat wordt gedaan in het netwerk is zo belangrijk in de samenleving. Dat er plekken zijn waar je op adem kunt komen, waar mensen naar je luisteren. Plekken om praktische dingen te regelen, waar je wordt geholpen met papieren of bellen naar een instantie. Waar je aan je vaardigheden kunt werken met een cursus of door vrijwilligerswerk te gaan doen. Maar die waarde wordt te vaak nog over het hoofd gezien door gemeenten, fondsen of de overheid. Ik hoop op meer erkenning én vertrouwen. Het is vermoeiend om telkens weer te moeten innoveren om subsidie te krijgen, terwijl het dagelijkse werk al vernieuwend genoeg is.

We willen als maatschappij graag dat alles meetbaar is. Maar een leven en zingeving zijn niet altijd in cijfers uit te drukken. Het gaat om de verhalen van mensen. Ik ben er van overtuigd dat wanneer je één mens helpt, je ook een hele kring mensen om deze persoon heen steunt. Het werkt door. Ten diepste zijn we allemaal met elkaar verbonden. Elke keer wanneer ik een organisatie bezoek, ben ik onder de indruk van wat er gebeurt. Door de coördinatoren, de vrijwilligers, de bestuursleden die richting geven. Samen kun je hele mooie dingen doen.”

Waar kijk je het meeste naar uit?

“Ik kijk er naar uit om het netwerk beter te leren kennen. Om te luisteren, aan te sluiten bij wat er speelt, en samen te kijken waar de behoefte liggen. Verbinding met de praktijk, daar begint het voor mij!”