Op deze conferentie over polarisatie werd expertise verruild voor kwetsbaarheid
Van links naar rechts op de foto: Veerle, Esther, Bärbel, Jeroen, Tilly, Esra en Marianne.
In dit interview delen Jeroen van Slooten, coördinator van Oase Oosterbeek, en Esther Israël, diaconaal werker bij de Lukaskerk van Stek Den Haag, hun ervaringen. Wat raakte hen, en wat nemen ze mee terug naar hun dagelijkse praktijk?
Vier dagen lang kwamen deelnemers van diaconale organisaties en kerken uit verschillende Europese landen bij elkaar. Ook vanuit Nederland sloot er een delegatie aan, met zeven mensen uit ons netwerk. Esra Altmis speelde een belangrijke rol bij het voorbereiden van de gesprekken tijdens de conferentie: niet vanuit expertise en rol, maar vanuit eigen persoonlijke kwetsbaarheid.
Waarom deed je mee aan de conferentie?
Jeroen: “Polarisatie leek me in eerste instantie meer een probleem dat in steden speelt, niet in Oosterbeek waar ik werk. Maar het bleek juist heel interessant om het thema ook in een kleinere context te bekijken. Het ‘grote vraagstuk’ van polarisatie draait eigenlijk altijd om één ding. Iemand loopt in zijn situatie ergens tegenaan, en ziet dat een andere groep hier wél mogelijkheden heeft. Plat gezegd: het idee dat alle vluchtelingen een woning krijgen. In de dorpscontext leeft deze vraag op een andere manier, maar het onderliggende principe blijft hetzelfde.”
Esther: “Ik wilde graag geïnspireerd raken en leren van collega’s uit andere landen. Wat mij opviel is dat zij met dezelfde problemen te maken hebben. Het woord ‘hoop’ is bij mij blijven hangen na de conferentie. Een stukje hoop is zo belangrijk, want je kunt het zo snel verliezen als je ziet wat er gebeurt om je heen in de wereld, in je leven of je eigen werk. Het is fijn om er met elkaar over te praten, je verhalen te delen en op die manier weer gevoed te worden door de verhalen van anderen.”
Jeroen vult aan: “Ik werk als éénpitter, dat kan weleens eenzaam voelen. Bij de conferentie ervoer ik dat we als werkers in het veld samen de gemeenschap kunnen vormen die we nodig hebben. Dit helpt mij om mijn werk vol te houden.”
Wat verraste je het meest?
Jeroen: “Het meest verrassende was voor mij de werkvorm van de conferentie. Er waren geen experts, voorbeeldprojecten of bewezen plannen. In plaats daarvan deelden we waar we in onze eigen praktijk tegenaan lopen, of onze persoonlijke verhouding tot het thema.Dat was best spannend.
Het programma bestond uit een lege pagina met daarop alleen: ochtend, middag en avond. Maar stiekem was er een heel stevig framewerk waarbinnen we samen ervaringen hebben gedeeld. Dat leverde veel op. Spreken vanuit een kwetsbare houding, in plaats vanuit ‘wij doen het op deze manier’, je expertise.
Hoe krijg jij in de dagelijkse praktijk te maken met polarisatie?
Jeroen: “Toen ik dit werk net deed en bij mensen thuis op bezoek kwam, had ik regelmatig het gevoel dat ik polariserende uitspraken moest ontkrachten. Ik vond dat ik de waarheid er tegenover moest zetten, het moest opnemen voor de groep die werd aangevallen.
Wat mij helpt om begrip op te brengen voor mensen die polariserende uitspraken doen is om niet te vergeten: wanneer je veel uitdagingen hebt in je leven, dan heb je ook niet veel aandacht en ruimte om over de uitdagingen van anderen na te denken. Als ik van een afstandje kijk heb ik eigenlijk heel veel begrip voor de vragen die gesteld worden.
Als ik merk dat het gesprek verhardt en ik denk: ‘Help, hoe red ik me uit deze lastige, gepolariseerde situatie’, dan helpt het om mij te blijven luisteren en in te zoomen op de pijn die iemand wil overbrengen. Ook als het gaat om de onmogelijke, lastige thema’s zoals wonen en kansenongelijkheid. Dan komt er zoveel meer naar boven. In Oosterbeek, waar ik werk, wonen bijvoorbeeld mensen die uit Limburg hiernaartoe zijn gekomen toen de mijnen sloten. Dat is een onderliggende pijn die meespeelt.”
Esther vult aan: “In mijn gespreksgroep zei iemand: vaak voelen mensen angst, maar uiten dat met boosheid of haat, omdat het minder spannend is om te uiten.”
Waar ga je zelf mee aan de slag?
Esther: “Ik werk in een buurt- en kerkhuis in de Schilderswijk. Soms kom ik mensen tegen met opvattingen die helemaal buiten mijn bubbel liggen. Dat zijn kleine kansen om met mensen in gesprek te gaan. Ik onderzoek hoe we dat meer georganiseerd kunnen doen. Wellicht tijdens onze kringviering, waar we altijd naar een verhaal luisteren. Het is zo’n belangrijk om hier samen over in gesprek te gaan. Hoe ga je nou om met mensen die hele andere ideeën hebben, die lijnrecht tegenover je staan? Hoe blijf je toch met elkaar in verbinding?
Mensen die bij ons komen zijn regelmatig zelf het onderwerp van polariserende gesprekken. Het is fijn als je voor hen een veilige haven kan zijn. Ik denk dan vooral aan mensen zonder papieren. Ik wil hun graag laten weten dat we achter ze staan. Een groep mensen uit het Wereldhuis (de plek bij Stek waar veel ongedocumenteerden komen) is deze week naar het wetgevingsoverleg in de Tweede Kamer geweest over de strafbaarstelling van illegaliteit. Dat vind ik mooi, om zo te kunnen laten zien dat je er samen met en voor elkaar bent. Overigens merk ik dat in de praktijk zeker niet iedereen bezig is met het thema ‘polarisatie’. Ik vroeg laatst aan een aantal vrouwen uit Syrië hoe zij polarisatie ervaarden. Ze merkten er weinig van.”
Jeroen: “Ik ben mij er weer veel bewuster van geworden dat polarisatie ook op kleine schaal speelt. Er wordt snel naar een andere groep gekeken. Al is het maar de overkant van de straat. Bij ons komen er wel eens mensen met geheugenproblemen binnen, dat geeft soms een lastige dynamiek. Ik wil er extra alert op zijn dat we niet gaan spreken over ‘die mensen met dementie’. Dan ga je iemand als groep benoemen, terwijl je overmorgen zelf deel van die groep uit kan maken. Waarom zet je je af tegen deze mensen? Waarin ben je zelf niet gezien, waar zit jouw pijn? We moeten het echte gesprek niet uit de weg gaan. We zijn binnen het inloophuis één groep, één gemeenschap.”
Europese samenwerking
De conferentie ‘Working with people in diversity. Christian engagement in a polarising context’ werd georganiseerd door een Europees netwerk waar Netwerk DAK mee verbonden is. Er waren deelnemers van diaconale organisaties en kerken uit verschillende Europese landen, van Zweden tot Oostenrijk. Eerder werd een conferentie in Manchester georganiseerd.
Tijdens de conferentie zijn stappen gezet in de Europese samenwerking. Polarisatie is geen uniek verschijnsel dat zich beperkt tot één land. Een Zweedse deelnemer zei op het einde van de conferentie: “We moeten niet naïef zijn, dit gaat door. Deze verharding waarin mensen tegen elkaar opgezet worden, raakt ons gezamenlijke werk. In komende jaar gaan we dan ook, naast onze onderlinge samenwerking in het netwerk, de Europese samenwerking versterken en samen optrekken.”