Agenda Verdieping

‘Met outreachend werk kom ik de hele breedte van de wijk tegen’

Met outreachend werken bereik je mensen voor wie de drempel naar het inloophuis te groot is. “Je geeft mensen even de gelegenheid om iets te vertellen, te vragen, van zich af te gooien.” Op 24 juni organiseert Netwerk DAK een kennissessie voor alle inloopplekken die hun outreachende werk willen verdiepen. Samen delen we ervaringen en leren we van elkaar: wat voedt het werk en wat maakt outreachend werk lastig?

Erik van Marissing is een aantal jaren geleden in Amersfoort gestart met het Buurtterras Kattenbroek, een mobiele ontmoetingsplek waar bewoners en wijkprofessionals elkaar kunnen ontmoeten. Het Buurtterras maakt inmiddels deel uit van Inloophuis ‘De Ontmoeting’. Ook Jan Hopman, directeur van het Mondiaal Centrum in Breda gaat al sinds de coronapandemie de wijk in met een bakfiets. We vroegen naar hun ervaringen.

Erik van Marissing, Buurtterras Kattenbroek

Welke mensen kom je tegen op het Buurtterras?
Erik: “Ik miste in de wijk een plek waar mensen terecht kunnen die niet vanzelf hun weg vinden naar de meer traditionele vormen van hulpverlening of ontmoetingsplekken. Mensen die hun vraag niet belangrijk genoeg vinden, of niet weten waar ze hem kunnen stellen.
Ik geloof heel erg in het verbinden van mensen. Op het Buurtterras kom ik de hele breedte van de wijk tegen. Mensen die eigenlijk helemaal niet op zoek zijn naar hulp, maar het hartstikke leuk vinden om aangesproken te worden en van gedachten te wisselen over de buurt waar ze wonen.”

Wat voegt outreachend werken toe in ons werkveld?
Erik: “Het mooie van outreachend werken is dat je de grote, ingewikkelde dingen bespreekbaar kunt maken onder bewoners, zonder meteen te gaan zenden. Op straat zeg je niet: ‘Gaat het wel goed met je?’ Je bent voorzichtiger. Toch houd je ook in beeld waar het écht over gaat. Gezondheid, armoede, eenzaamheid, veiligheid.
Ik zie in het werkveld soms een handelingsverlegenheid. Outreachend werken is heel anders dan binnen zijn. Binnen kun je vaak terugvallen op afspraken, op de regie die je hebt als coördinator. Buiten is alles onvoorspelbaar en onbegrensd.

Wat ik ook zie, is dat organisaties die beginnen met outreachend werk vaak te hoge verwachtingen hebben. En misschien ook wel de neiging om mensen meteen te willen helpen of te moeten binden. De kwaliteit van het contact, daar moet je succes aan afmeten. Ik ga mensen niet nabellen om te vragen: ‘Heb je de sportcoach nog gebeld?’ Of: ‘Ben je langs gegaan bij het inloophuis?’ Ik geeft het ze mee als gedachten.”

Heb je een tip voor inloophuizen die met outreachend werken willen beginnen?
Erik: “Doe vooral niet te moeilijk, en wees jezelf. Eigenlijk is wat ik doe hetzelfde als wanneer je tijdens het uitlaten van je hond of tijdens het wachten voor de bushalte met een andere buurtbewoner in gesprek bent. Alleen nu sta je er met een doel, namelijk het gesprek op gang brengen. Dat kan iedereen. Het decor van een bakfiets, een kopje koffie, stoeltjes, dat kan daarbij helpen. Het schept vertrouwen. Op een gegeven moment gaan mensen je ook herkennen, dat helpt enorm. Dan ben je zichtbaar.”

“Je staat er ook vaak samen met een wijkteam, lokale politieagent, iemand van de woningcorporatie. Waarom leent deze manier van werken zich zo goed voor samenwerking?

Ik vind het heel fijn om andere professionals te laten ervaren hoe ze het gesprek aan kunnen gaan zonder meteen hun eigen agenda mee te nemen en te zenden. Om echt te luisteren naar iemand, om de ruimte te geven om zijn of haar verhaal te vertellen.

Door er te staan met verschillende mensen, kun je soms ook op precies de juiste manier aansluiten bij wat iemand voelt en waar iemand behoefte aan heeft. Een tijdje terug stonden we bij een appartementencomplex. De nieuwe wijkagent was mee, de coördinator van het inloophuis en iemand van de woningcorporatie. Een mevrouw stond al een tijdje naar ons te kijken en op een gegeven moment kwam ze naar ons toe. Haar man was pas overleden, vertelde ze, en sindsdien voelde ze zich niet zo veilig meer. De wijkagent is toen met haar meegelopen om even te kijken of haar beveiligingscamera’s goed waren opgehangen. Daardoor was ze gerustgesteld. Vervolgens konden we ook vertellen: ‘Er is in het wijk ook een inloophuis, wist u dat al?’
Ik vond die uitwisseling heel ontroerend, en naderhand hebben we dat ook samen kunnen benoemen. Wat bijzonder, dat zo’n mevrouw dan toch op ons af durft te stappen met haar verhaal.”

Organisaties die willen beginnen met outreachend werken, of hun outreachende werk willen verdiepen, zijn op 24 juni welkom in Breda. Wat gaan jullie daar doen?
“Toen ik met het Buurtterras begon, heb ik uitgebreid onderzoek gedaan naar waarom deze vorm van ontmoeting belangrijk is en wat het toevoegt in het welzijnswerk. Op een gegeven moment vroeg ik mij af: kunnen we niet beter de krachten bundelen?

Enerzijds gaat dat over praktische dingen. Het is heel verrijkend om van andere initiatieven te horen hoe zij het doen en waar zij tegenaanlopen. Laatst sprak ik met iemand die vertelde dat hij altijd twee dagen van tevoren een briefje in de bus gooit bij de mensen in de straat waar hij gaat staan.

Anderzijds kunnen we ons samen ook meer op de kaart zetten. Veel outreachende initiatieven zijn heel bescheiden, terwijl de impact die we gezamenlijk maken ontzettend groot is. Ik hoop dat er veel lokale organisaties aansluiten zodat we gezamenlijk outreachend werk de aandacht kunnen geven die het verdient.”

Jan Hopman, Mondiaal Centrum Breda

Hoe is het outreachend werk voor jullie?
Jan: “Als we met de bakfiets op straat staan is het werk veel dynamischer. Bij de inloop in het Mondiaal Centrum heb je een beschermde omgeving. Buiten heb ne alleen een tafeltje en zes stoelen. Bij de inloop hebben we vaak een vaste groep. Er zijn ook een aantal mensen die iedere dinsdagochtend naar onze bakfiets toe komen, maar er zijn ook altijd nieuwe mensen die langskomen. Een voordeel is wel dat je buiten veel makkelijker nieuwe mensen kunt aanspreken. Dat is goed voor de bekendheid van het inloopcentrum.”

Het is dus belangrijk om flexibel te zijn?
“Precies. Dat vraagt ook om een bepaald type vrijwilliger. Je moet spontaan op situaties kunnen inspelen. Veel van de vrijwilligers die binnen staan, vinden dat een beetje eng. Die houden van structuur en zekerheid. Dat heb je buiten niet meteen.
Wij hebben nu een goed team. We hebben bijvoorbeeld een man die al 60 jaar in de wijk woont, die iedereen kent en meteen contact heeft. We hebben ook een vrijwilliger die heel creatief is en soms dingen maakt om uit te delen. Een derde kan weer heel goed luisteren.”

Heb je een tip voor inloophuizen die met outreachend werken willen beginnen?
“Een goed stel vrijwilligers, dat is heel belangrijk. En je moet zelf enthousiast zijn. Het is niet altijd leuk om buiten te staan, vooral in de winter. Daarnaast is het belangrijk om goed te bedenken wat je doel is. Ik merk dat sommige vrijwilligers heel graag hulp willen bieden, terwijl anderen juist denken: we zijn gewoon een café op straat. Daar moet je een middenweg in vinden. Al doende kom je daar achter.

Voor mij is de ontmoeting het belangrijkste. Je moet niet de problemen van mensen willen oplossen. Wat ons wel heel erg helpt is dat we een groot netwerk hebben om naar te verwijzen. Dat gaat vaak om hele praktische dingen. Ik ken bijvoorbeeld een jonge man uit Eritrea die als elektricien een eigen bedrijf heeft. Daar hebben we al iemand naar doorverwezen. Op die manier brengen we mensen ook met elkaar in contact.”


Wil je verder onderzoeken welke rol outreachend werken bij jou lokaal kan spelen?

Sluit dan aan bij de kennissessie op 24 juni van 11.00 uur tot 13.00 uur in Breda in het Mondiaal Centrum (Roland Holststraat 71). Voor aanmelden en meer informatie: stuur een bericht naar Naomi van Berkel: naomivanberkel@netwerkdak.nl / 06 29 27 46 15

Fotocredits:  Mariken Martens