Inloophuis avant la lettre? Charles de Foucauld als presentie beoefenaar
Charles de Foucauld werd heilig verklaard op 15 mei. Als priester koos hij er voor om eenvoudig te leven te midden van moslims in Algerije. Charles de Foucauld noemde zijn kluis een ‘zawiya’. Dat woord had hij tijdens zijn studiereis door Marokko leren kennen. Het is de benaming voor het huis van een man van God. Dat huis moest er een zijn van gebed en gastvrijheid. Bezoekers moesten er bescherming ervaren. “De ‘zawiya’ moest een huis van respect en gastvrijheid zijn. Charles de Foucauld gebruikte het woord bewust, omdat hij wilde aansluiten bij de cultuur van de mensen bij wie hij leefde. Hij vermeed daarom termen die naar het christelijke kloosterleven verwezen. Hij toonde respect voor de religieuze belevingswereld van de Toearegs, ook voor hun islamitische gebedspraktijk. In plaats van hen tot het christendom te willen bekeren, spoorde hij hen aan hun eigen religieuze tradities en praktijken serieus te nemen. Zijn pastoraat was er niet een van veel woorden, het was er een van daden, of nog eenvoudiger: van aanwezigheid.”
De Foucauld hoopte een nieuwe monastieke leefgemeenschap te stichten. Tijdens zijn leven kwam het er niet van. Naar hedendaagse opvattingen van impactmeting zou hij misschien niet geslaagd zijn, maar jaren later, na de tweede wereldoorlog groeide de geestelijke familie van Charles de Foucauld nog met andere leefverbanden (congregaties, seculiere instituten en verenigingen) van zusters, broeders, priesters en leken, ook trouwens buiten de rooms-katholieke kerk.
Bij de geschiedenis van de presentiebenadering wordt vaak naar de levenswijze van Charles de Foucauld verwezen. Zie bijvoorbeeld het artikel over missionaire presentie van Frans Wijssen uit 2000.
Lees hier het artikel over Charles de Foucauld op de Bezieling.