Altijd urgentie, nooit pauze – de noodzaak van een lerende praktijk
Waarom ben je als onderzoeker betrokken bij ons netwerk?
“De afgelopen tijd heb ik twee onderzoeken gedaan binnen het netwerk van inloophuizen, straatpastoraat en diaconaat. Eén gaat over zingeving in inloophuizen en het tweede over relationeel werken en veiligheid. Beide onderzoeken zijn ontstaan vanuit een praktijkvraagstuk en staan ook ten dienste van de praktijk. We wilden onderzoeken: wat is het probleem nu echt, waar gaat het om, én: wat kunnen we eraan doen? “
Hoe houd je die verbinding met de praktijk?
“Centraal in onze manier van onderzoeken is dat we het onderzoek vormgeven en uitvoeren samen met mensen van de praktijk. Op die manier brengt de praktijk de theorie verder. En vice versa: we willen met de theorie ook de praktijk ondersteunen. Het onderzoek over relationeel werken en veiligheid heeft bijvoorbeeld twee goedlopende cursussen opgeleverd. Het geheim daarvan is dat de cursus niet wordt gemaakt op basis van wat wij denken dat goed is voor de praktijk, maar dat de praktijk zelf ons aanreikt: dit hebben we nodig, dit zijn onze vragen, dit zijn de manieren waarop we dit vorm willen geven.”
Waarom is onderzoek belangrijk?
“Wat mij vooral opvalt, is hoe druk de mensen die werken bij inloophuizen en straatpastoraat het hebben. Er is altijd urgentie, altijd iets dat er tussendoor komt, ook op de relaxmomenten. Zowel de professionals als de vrijwilligers staan altijd aan. Daardoor is er te weinig ruimte voor reflectie – ook volgens hen zelf. Dat geeft te denken. In een praktijk die zo onder spanning staat, waar stress zo duidelijk aanwezig is, is er onvoldoende ruimte en tijd om afstand te nemen van het werk. Reflectie is essentieel voor een gezonde praktijk, niet alleen over de vraag ‘Doen we de dingen goed’, maar ook: ‘Doen we nog steeds de goede dingen?’ Vooral de ‘waarom-vragen’ staan onder druk. Dat zorgt ervoor dat de stress alleen maar toeneemt. Onderzoek kan helpen om deze afstand van de praktijk wel te nemen.”
Wat levert die reflectie op?
“Het werk van inloophuizen, straatpastoraat en diaconaat verandert voortdurend. Het ene moment is er opeens een grote groep arbeidsmigranten op straat, dan is de nachtopvang gesloten of worden ongedocumenteerden opgejaagd. Dat vraagt elke keer om reflectie. Hoe gaan we hier nu mee om? Bijvoorbeeld: hoe hanteren we de toename van agressie en geweld toeneemt? Gaan we nu een deurbeleid voeren, terwijl we daar altijd tegen waren, om zijn er andere oplossingen mogelijk?”
Op welke manier kan onderzoek een plek in het netwerk krijgen?
“Wil je dit werk goed doen, dan vraagt het om reflectie. Dat is onderdeel van het relationeel werken. Altijd reflecteren op: wat doen we nu, met wie en waarom? Onderzoekend bezig zijn is dus onderdeel van relationeel werken. Maar de tijd is daarvoor beperkt. Je moet het daarom faciliteren. Dat is één van de dingen die we het afgelopen jaar hebben geleerd. Soms is dat heel praktisch. Zo merkten we bijvoorbeeld dat het het onderzoek enorm ten goede komt om een tweedaagse te organiseren. Door letterlijk even afstand te nemen van de praktijk, zijn mensen één en al aandacht en ervaren ze dit als een enorm geschenk. Die omgeving is nodig om bewust te kunnen nadenken over wat we doen, elkaar te kunnen bemoedigen, te reflecteren op elkaars praktijk.”
Waar zie je kansen voor de toekomst?
“Eén van de dingen die mij heeft verrast, is hoeveel thema’s er in het netwerk zijn die om reflectie vragen. Ik ben nu samen met lokale organisaties bezig om een inventarisatie te maken en uiteindelijk ook een onderzoekagenda. Naast het thema veiligheid bijvoorbeeld ook: hoe ga je om met zelfzorg, hoe gaan we om met geld, hoe gaan we om met de identiteit van onze organisaties, waar halen we goede mensen vandaan? Een thema dat mij erg interesseert is die van signalering en van politieke actie. Hoe brengen we de knelpunten die we zien, die we ontmoeten in ons werk, onder de aandacht van overheden en uitvoeringsorganisaties? Het feit dat je in een gesprek van één uur minstens tien urgente thema’s op tafel krijgt, geeft al aan dat er veel te doen is.”