Vertrouwen op de kracht van de ander

Bij WMove in Rotterdam komen mensen met een minimuminkomen en weinig kansen op de arbeidsmarkt in zelfregiegroepen bij elkaar. Ze leren elkaar kennen, sparen kleine geldbedragen, ontwikkelen talenten, laten het leiderschap rouleren en ondernemen op kleine schaal. Wat kan deze manier van werken betekenen voor andere lokale organisaties?

 

Op de netwerkdag op 12 november verzorgt Bärbel Goedeking (WMove) samen met de zelfregiegroep Powervrouwen een workshop. Meld je hier aan voor de netwerkdag

Coördinator Bärbel Goedeking: “Wat bijzonder is aan onze werkwijze is dat we de leiding geven aan de ervaringsdeskundigen. Als professional heb ik geen regie, maar beweeg ik mee met wat de zelfregiegroepen willen en ondersteun ik hen op punten als de groep daar om vraagt. Bijvoorbeeld met het aanbrengen van een beetje structuur als de groep elkaar in het begin nog niet zo goed kent.

Waarom werken jullie met zelfregiegroepen?

“Wat ik heel sterk vind aan deze manier van werken, is dat we het niet over één ervaringsdeskundige hebben, maar over een groep. Die ook de tijd hebben om met elkaar een groep te worden. Iedereen draagt iets bij aan de dynamiek van de groep. Als je gewoon één iemand aan het woord laat, dan krijg je vaak een persoonlijk verhaal. Maar als mensen met elkaar in gesprek gaan, dan krijg je een groepsverhaal. Dan zijn mensen bereid hun eigen ding even op te geven, nadat het gehoord is in de groep natuurlijk, omwille van het gemeenschappelijke thema. Dan krijg je een veel krachtiger verhaal, dat ook een tegenwicht kan zijn voor het verhaal van professionals en organisaties die in gesprek willen met de ervaringsdeskundigen. Je hebt daarvoor echt een groep nodig.”

Hoe zijn de groepen ontstaan?

“We geven informatiebijeenkomsten op plekken waar mensen komen die bij de doelgroep horen. Toen ik dat deed in een buurthuis kwamen er drie mensen op af. Wij hadden folders gemaakt, reclame gemaakt, maar het leverde weinig interesse op. Toen heb ik aan mensen van onze groepen gevraagd: hoe komt dat? ‘Ja,’ zeiden ze, ‘daar zou ik zelf ook niet op af komen. Dan denk je: het is project twintig van wat het buurthuis of de gemeente heeft bedacht dat ik zou moeten doen.’ Daar hebben mensen slechte ervaringen mee.

Mensen uit de groepen besloten toen: we moeten ons eigen verhaal vertellen en onze ervaringen delen, want dat kennen ze. Dan kun je zeggen: ‘Hé, iemand die ik ken uit de wijk, die hetzelfde heeft meegemaakt als ik, dat vind ik interessant.’ Dat klopte. We hebben de informatiebijeenkomst opnieuw gedaan in hetzelfde buurthuis, maar dit keer waren meer dan twintig mensen geïnteresseerd.

Als ik hetzelfde verhaal vertel, dan raak ik de mensen minder omdat ik voor mensen een professional ben. Ze kijken met een zeker wantrouwen naar mij.”

Welke rol heb jij als beroepskracht in de zelfregiegroepen?

“Veel professionals vinden het werken met zelfregiegroepen maar niets, omdat ze denken: dan ben ik helemaal niet meer nodig. Dat is niet zo. Je bent wel nodig, anders werkt het niet, maar je rol als beroepskracht verandert wel.

Wat hiervoor nodig is, is iemand die de groep z’n gang kan laten gaan en vertrouwen heeft dat het goedkomt, maar tegelijkertijd een beetje de leiding kan nemen als de groep er zelf niet uit komt.”

Hoe kunnen zelfregiegroepen de reguliere activiteiten versterken?

“Daarvan heb ik een mooi voorbeeld. Ik ben betrokken bij een parochie. Daar was altijd een afgiftepunt van de voedselbank. Omdat de voedselbank nu een supermarkt heeft geopend waar klanten zelf producten kunnen kiezen, werd ons uitdeelpunt gesloten. De vrijwilligers van ons uitdeelpunt hebben toen een afscheidsetentje georganiseerd voor de klanten van de voedselbank. Dat etentje beviel zo goed, dat het idee toen is ontstaan om dat elke twee weken te blijven doen. Omdat mensen het contact met elkaar erg misten. De parochie kon dit alleen niet draaien. Toen is en van onze zelfregiegroepen het gaan doen. Zij koken en doen de praktische dingen. En de vrijwilligers van de parochie die eten mee. De kerk is ontzettend blij dat ze op deze manier toch nog een diaconaal project hebben. En soms is het ook pittig, dan is er gedoe over kinderwagens die in de gang staan, dat soort dingen. Maar eigenlijk is dat alleen maar mooi, want er is leven in de brouwerij.”

Meer weten? Meld je hier aan voor de landelijke netwerkdag op 12 november in Houten.