Verhalen van de straat
Levenswijsheden om te delen
“Met dit boek hebben we bestaansonzekerheid een gezicht willen geven, zonder direct over te springen naar een analyse,” vertelt Groningse straatpastor Annemarie van der Vegt over het boek ‘Verhalen van de Straat’. Tien mensen met ervaring met dakloosheid komen daarin aan het woord. “Niet praten over, maar praten met. En vooral: luisteren naar.”
Vooroordelen ontstaan omdat we elkaar niet kennen. Het vertellen van een persoonlijk verhaal kan een krachtig instrument zijn om deze vooroordelen te doorbreken. Het Open Hof in Groningen publiceerde het boek ‘Verhalen van de straat’.
“Het boekje is opgebouwd uit twee delen,” vertelt Annemarie van der Vegt. Samen met fotograaf en mede-interviewer Roelof Rump (overleden op 8 mei 2019) stelde zij ‘Verhalen van de straat’ samen. Het eerste deel bestaat uit tien portretten van mensen en hun situatie, die Van der Vegt zelf heeft geschreven. In elk verhaal staat een actueel thema centraal. Hoe ziet het er uit wanneer je op straat rondzwerft? Wat is de achtergrond van veel mensen? Hoe voelt het om dagelijks met vooroordelen te maken te krijgen?
Het tweede deel van het boekje bestaat uit interviews, gehouden aan de hand van de tien geboden. Thema’s als: rustdag, vloeken, je vader en moeder eren, niet stelen. “De vragen lokken iemands levensverhaal uit en prachtige reflecties.” De verhalen zijn rijkelijk geïllustreerd met sprekende zwart-wit foto’s van Rump.
Ontmoeting
“Alle geïnterviewden hebben ruimhartig hun medewerking verleend aan de totstandkoming van dit boek en hun toestemming gegeven voor de publicatie van hun verhaal en beeltenis,” schrijft Van der Vegt in de inleiding van het boek. “Zij zijn de schrijvers van dit boek. Zij zijn de rechthebbenden van de verhalen. Enkelen van hen hebben gekozen voor enige vorm van anonimiteit, allemaal hebben ze een rijke schat aan levenswijsheden te delen.” Het is belangrijk om de regie van de verhalen bij de geïnterviewden te houden, licht Van der Vegt toe. “Ik ben niet de schrijver van dit boek, ik heb wel de pen gehanteerd.”
De vragen lokken iemands levensverhaal uit en prachtige reflecties.
In de interviews spreken de ervaringsdeskundigen zelf over hun verlangens, twijfels en uitdagingen. “Met dit boek hebben we bestaansonzekerheid een gezicht willen geven, zonder direct over te springen naar een analyse,” vertelt Van der Vegt. “Niet praten over, maar praten met. En vooral: luisteren naar. Niets meer, maar ook niets minder.”
Verandering
Van der Vegt: “Aan de ene kant wilden we laten zien: ‘Wat doet de Open Hof eigenlijk en voor wie,’ aan de andere kant vonden we het belangrijk om de levenswijsheden van de mensen met wie wij werken door te geven. De mensen waarmee wij werken, zijn mensen die wat te vertellen hebben. Daarmee doe je in feite ook iets tegen de stigmatisering waarmee zij te maken hebben. Het is in de eerste instantie bedoeld als anti-stigmaboekje.”
Door het vertellen van verhalen, schep je een beeld van de problematiek in een stad of binnen een doelgroep. Dat kunnen de verhalen zijn van mensen die op straat leven, maar ook mensen die voortdurend wakker liggen omdat ze de rekeningen niet kunnen betalen.
Voordat je aan een project begint, stel jezelf dan de vraag: Wat willen we bereiken? Voor welk lokale probleem willen we aandacht geven? Hoe kunnen we deze problematiek persoonlijk maken? Wie willen we dat dit leest en hoe zorgen we daarvoor?
Praktisch
Het maken van het boek, dat in totaal bijna 200 bladzijden telt, is een intensief project geweest. Van der Vegt heeft er een jaar over gedaan en kreeg er extra uren voor, naast haar gewone werk. “Onderdeel van het proces was: mensen interviewen, de gesprekken uittypen, het interview schrijven en vervolgens weer met de mensen om de tafel,” somt Van der Vegt op. “Allemaal belangrijke stappen. Door het interview woord voor woord uit te typen, kun je trouw blijven aan wat de mensen echt gezegd hebben.”
Aanrader
Maak het niet te groot. Begin niet direct met een boek, maar bundel een aantal persoonlijke verhalen in een pamflet of een artikelenreeks in de krant. Een mooi resultaat kan je aanbieden als (kerst)presentje voor vrijwilligers en andere betrokkenen bij het inloophuis. Een belangrijk onderdeel van het publiceren van ervaringsverhalen is dat je de media betrekt bij het project. Zij hebben het bereik om een grote groep lezers te raken.
Door het vertellen van verhalen, schep je een beeld van de problematiek in een stad of binnen een doelgroep.
Daarnaast kunnen beelden en verhalen ook het beginpunt zijn van een ontmoeting. Een boekpresentatie of tentoonstelling kan worden gecombineerd met een moment van verbinding, uitwisseling, elkaar leren kennen.
Valkuil
“Je gaat samen een intensief proces aan,” vertelt Van der Vegt. “Het is belangrijk om mensen van te voren goed te informeren over wat ze te wachten staat. Ik heb iedereen die meedeed duidelijke instructies meegegeven: je mag er altijd uitstappen als er een moment is waarop het voor jou niet meer goed voelt.” Op verschillend momenten in het proces is Van der Vegt met de geïnterviewden terug om de tafel gegaan. Zijn er dingen die niet kloppen? Die je veranderd wilt hebben? Die je toch te intiem vindt? De mensen die in het boek geïnterviewd zijn kende Van der Vegt allemaal al voorafgaande aan het proces. “Je wilt toch een idee hebben: is dit iemand van wie ik zoiets kan vragen?”
Van der Vegt: “Er waren mensen die, zodra het boekje klaar was, het ook spannend vonden en er toch op gingen mopperen. Dat begrijp ik ook wel weer. Het ligt daar ineens, het is ineens concreet, je kunt erover aangesproken worden.”
Netwerk DAK gelooft in de kracht van ontmoetingen tussen mensen met een verhaal en mensen met invloed, waarin luisteren, respect en wederzijds vertrouwen centraal staan. Meer informatie of zelf aan de slag? Neem contact op via info@netwerkdak.nl.